Naamvallen Duits Schema

duits.de/vaklokaal. Fun, feiten, opzoeken, oefenen - Sinds 1997 alles over Duitse taal en cultuur voor leerlingen en leraren. Deze site maakt gebruik van cookies voor de statistiek en de goede werking. Deze site is niet-commercieel.. EIN-groep 1e, 3e en 4e naamval - meerkeuze + uitleg bij nakijken: EIN-groep. Naamvallen in het Duits In het Duits worden zinsdelen vervoegd naar de functie van het zinsdeel door middel van naamvallen. Dit is veelal een struikelblok voor Nederlanders, omdat deze naamvallen in Nederland niet gebruikt worden. Maar hoe belangrijk is het de juiste naamvallen te kennen?

Persoonlijk voornaamwoord 1e en 4e naamval Mevrouw Duits

Naamvallen eerste en vierde naamval! VUL HET HELE LIDWOORD IN! Naamvallen eerste en vierde naamval! VUL HET HELE LIDWOORD IN! Kies in iedere zin het goede antwoord! Zeige alle Fragen! 1 / 15. D. Freundschaft ist vorbei. 3e of 4e naamval: an, auf, über, vor, hinter, in, zwischen, unter, neben Kastwoordjes Meer uitleg over de voorzetsels met de 3e en 4e naamval én de keuzevoorzetsels incl. 7/2-regel vind je hier. Staat er geen voorzetsel in de zin? Stap 1: Vul alle overduidelijke vormen met de 1e naamval (onderwerp) in - dus: letterlijke vertalingen van: ik, jij, hij, zij, het, wij + u (gezien deze toch niet verandert in de 4e naamval) Stap 2: Doe nu precies hetzelfde met alle overduidelijke vormen met de 4e naamval - dus: mij, jou, hem, haar, ons, hen Profielwerkstuk begeleiding 60 min € 30.00. Maandpakket voorbereiding Goethe Zertifikat C1/C2 € 135.00. Maandpakket individuele online examentraining € 110.00. Mevrouw Duits Der-groep 1e en 4e naamval -.

duits.de uitlegvideo persoonlijke voornaamwoorden 1e en 4e naamval YouTube

Naamvallen oefenen Hieronder staan 10 zinnen met met woorden uit de der- en ein-groep. Vertaal deze woorden en zet de juiste uitgang erachter. Let op! Alles staat erin: voorzetsels, werkwoorden én zinnen ontleden. 1e t/m 4e naamval. Aan het einde van de quiz staat per antwoord uitgelegd waarom dit het juiste antwoord is. Het correcte gebruik van de vier naamvallen wordt door veel mensen gezien als het meest lastige onderdeel van de Duitse taal. De regels rondom de toepassing van de eerste naamval, Nominativ, zijn het meest eenvoudig. In deze les maak je voor het eerst kennis met de 1e en de 4e naamval. Je leert hoe je met de hij/hem-regel kunt bepalen of een zinsdeel in de 1e of de 4e naa. Je leert de EIN-groep in de 1e en 4e naamval en de woorden die dezelfde uitgangen krijgen: kein-, mein.., dein.., sein.., ihr..,unser..,euer..,ihr.. en Ihr

Naamvallen

Duits leren met de uitlegvideo's van www.duits.de:Alles over de persoonlijke voornaamwoorden in de 1e en 4e naamval.TIP: Als je het filmpje eenmaal gezien he. Oefening 4 Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval (Akkusativ): Oefening 1 invuloefening Oefening 2 na vaste voorzetsels Persoonlijk voornaamwoord 1e, 3e en 4e naamval: Oefening 1 invul-oefening Oefening 2 Oefening 3 invuloefening Oefening 4 invullen Oefening 5 diversen Oefening 6 invul Persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord: In deze video legt Jim de verschillen tussen de 1ste en 4de naamval uit en hoe je deze naamvallen vervoegt.Heb je vragen? Stel ze in de comments en vergeet n. Gratis online Duitse naamvallen en voorzetsels oefenen. Vaste voorzetsels, wisselvoorzetsel (keuzevoorzetsels).. (Engels > Duits) Oefening 4 vertalen Vaste voorzetsels met derde naamval: Dativ. Keuzevoorzetsels 3e of 4e naamval (wisselvoorzetsels).

Dergroep 1e en 4e naamval Mevrouw Duits

Ontdek het zelf en stel je vraag! Naar de bot Oefenzinnen 1e en 4e naamval (de) Brandon kauft ___________________ Hund (m). (een) Sylvie futtert ___________________ Katze (v). (de) 3- ___________________ Gesundheit (v) meiner Mutter ist schlecht. (de) Ich habe ___________________ Unfall (m) gesehen. 1e naamval: sein, werden, bleiben Voorbeeld: Meine Mutter war früher immer die beste Schülerin. 3e naamval: begegnen, danken, folgen, gefallen, gehören, glauben, gratulieren, helfen Voorbeeld: Gestern habe ich meinem Vater zum Geburtstag gratuliert. 4e naamval: fragen, bitten, es gibt, interessieren, kosten, lehren