Het naamwoordelijk gezegde zegt altijd iets over het onderwerp. Als je dus een koppelwerkwoord vindt in een zin, hoeft dit niet altijd te betekenen dat er een naamwoordelijk gezegde in de zin staat. Om het naamwoordelijk gezegde te vinden, zoek je dus naar een vervoeging van één van de negen koppelwerkwoorden in een bepaalde zin. Je komt in deze video te weten hoe je het naamwoordelijk gezegde kunt vinden. Er wordt uitgelegd dat het naamwoordelijk gezegde bestaat uit een koppelwerkwoord en er wordt uitgelegd wat koppelwerkwoorden zijn. Vervolgens wordt er bij de drie voorbeeldzinnen naar het naamwoordelijk gezegde gezocht. Eerst wordt het koppelwerkwoord en eventueel.
Naamwoordelijk gezegde [6]
Let op: het naamwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin én het naamwoordelijk deel. Selecteer de persoonsvorm en klik op nakijken. 1: Het eten is lekker. 2: De bruiloft was gezellig. 3: De blauwe plek is erg groot. 4: Jouw cijfer wordt een voldoende. 5: Je wordt steeds beter. Voor € 15,- € 14,- per jaar kun je een jaar. Uitleg In een zin staat een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde. Het werkwoordelijk gezegde bestaat alleen uit werkwoordsvormen.- Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alleen een persoonsvorm: Hij maakt de opgave.of- Een persoonsvorm en een of meer andere werkwoordsvormen: Hij zou de opgave gemaakt hebben. Opmerking 1Als een werkwoord gesplitst is, horen beide delen bij het gezegde. In dit artikel wordt het naamwoordelijk gezegde (nwg) uitgelegd. Het naamwoordelijk gezegde (nwg) bestaat altijd uit een koppelwerkwoord. De koppelwerkwoorden zijn; zijn, worden, heten, blijven, schijnen, lijken, blijken, dunken en voorkomen. Het koppelwerkwoord koppelt het naamwoordelijk deel aan het onderwerp. Het naamwoordelijk gezegde (nwg). Resultaat. De oefening is een keuzeoefening. Je krijgt 10 vragen over het gebruik van werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde. Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien. Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen. Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals.
Naamwoordelijk gezegde YouTube
Naamwoordelijk gezegde [1] Het naamwoordelijk gezegde bestaat altijd uit een koppelwerkwoord en een naamwoordelijk deel. Het koppelwerkwoord koppelt het onderwerp aan een toestand, functie, gesteldheid of eigenschap. Zoek in elke zin het naamwoordelijk gezegde op en onderstreep het. Als je klaar bent met het werkblad kun je het zelf nakijken. Een naamwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin en een zinsdeel met een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord dat iets zegt over het onderwerp. Het naamwoordelijk gezegde geeft een toestand aan: het onderwerp is/ wordt/ blijft/ blijkt/ lijkt/ schijnt/ heet iets. De jongen is koning. Het naamwoordelijk gezegde. Naast het werkwoordelijk gezegde (wwg) is er ook nog het naamwoordelijk gezegde (nwg). Op sommige scholen of niveaus wordt het naamwoordelijk gezegde niet behandeld. Dan kan deze uitleg gewoon overgeslagen worden. De oefeningen met naamwoordelijk gezegde zou ik dan ook vooral niet gaan maken. Naamwoordelijk gezegde oefenen. Als je het naamwoordelijk gezegde goed onder de knie wilt krijgen, kun je het beste regelmatig oefenen. Daarom hebben we hier vast een paar oefeningen onder elkaar gezet. De antwoorden van de oefeningen staan onderaan de pagina. Als je nog vragen hebt, mag je het ons natuurlijk altijd laten weten.
Naamwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde [6] Met dit werkblad van Junior Einstein oefen je het vinden en benoemen van het gezegde. Deze kan werkwoordelijk of naamwoordelijk zijn. Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit werkwoorden, het naamwoordelijke gezegde bestaat uit koppelwoorden. Deze koppelen het naamwoordelijk deel aan het onderwerp. Extra theorie. Theorie uitleg: Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit twee onderdelen: 1) Het werkwoordelijk deel = wd. 2) Het Naamwoordelijk deel = nd. Het wd en het nd vormen samen het naamwoordelijk gezegde. 1) Het werkwoordelijk deel bestaat uit een KOPPELwerkwoord (wat zijn de koppelwerkwoorden ook al weer?) de andere (hulp)werkwoorden.
7 gedachten over "Oefening 1: Naamwoordelijk gezegde". het is een fijne site om te oefenen ik vind het nice. Beantwoorden. pizza. 18 december 2023 om 14:09 Ik snap nu wat ze willen als ze om de naamwoordelijke gezegde vragen.( ' ' ) Beantwoorden. PLOPPP. Vooraf. Vandaag ga je aan de slag met het naamwoordelijk gezegde.. Leerdoelen. Aan het eind van de les kun je het naamwoordelijk gezegde herkennen in een zin. Aan het eind van de les kun je het werkwoordelijk en naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde benoemen.
Nederlands Wat is het gezegde? Mr. Chadd Academy
In dit artikel wordt het naamwoordelijk gezegde (nwg) uitgelegd. Het naamwoordelijk gezegde (nwg) bestaat altijd uit een koppelwerkwoord. De koppelwerkwoorden zijn; zijn, worden, heten, blijven, schijnen, lijken, blijken, dunken en voorkomen. Het koppelwerkwoord koppelt het naamwoordelijk deel aan het onderwerp. Het naamwoordelijk gezegde (nwg). Oefeningen rond het werkwoordelijk en het naamwoordelijk gezegde