Uitleg In iemand als jij, een man zoals hij, een minister als zij, mensen als wij, mensen zoals jij en ik, enz. is volgens de taalnorm telkens alleen de onderwerpsvorm van het persoonlijk voornaamwoord juist. Dat betekent dat alleen ik, jij, hij, zij, wij en zij juist zijn. Vraag nooit de weg aan een ruimtelijke onbenul als ik. (niet: als mij) zoals jij / zoals jou In de meeste gevallen is het aan te bevelen om na zoals de vorm jij te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist. U kunt die vorm vinden door in constructies van het type doen zoals de zin aan te vullen met een werkwoordsvorm.
Leef jou leven zoals jij dat wilt! K Teksten, Inspirerende citaten, Inspirerende woorden
Jou is een persoonlijk voornaamwoord als voorwerp, jij is het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp. Bij 'iemand als jij/jou is er sprake van een onderwerp in een bijzin (je zegt eigenlijk 'iemand (zo)als jij bent). Als je er een het werkwoord bent achter zet wordt het gelijk duidelijk: Voor iemand als jij (bent) - is goed Voegwoord. Er komt vaak ook een komma als er midden in de zin een voegwoord staat. Bijvoorbeeld bij omdat, doordat, zoals, terwijl, aangezien, want en maar. Verzoek tot verwijderen van bron | Bekijk volledig antwoord op taalhelden.org Wat schrijf je na Zoals? als jij / als jou In de meeste gevallen is het aan te bevelen om na een stellende trap van vergelijking (zoals even blij, (net) zo belangrijk) + als de vorm jij te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist. U kunt die vorm vinden door de zin aan te vullen met een werkwoordsvorm. Incorrect: Dank jij wel! this is the informal way to thank someone. Then use je. (versus the formal way: Dank u wel). "Dus jij bent Jan!" So you are Jan! Incorrect: "Dus je bent Jan!" jij is used to emphasize the person you talk to. Je, jou "Ik geef je / jou / aan jou een boek." I give you a book.
Pas als je goed voor jezelf kun je het beste van jezelf geven Just Be You
Is het jou of jij? Jij is de onderwerpsvorm van de tweede persoon enkelvoud. Die wordt gebruikt als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult. Jou is de voorwerpsvorm. Die vorm wordt bijvoorbeeld gebruikt als het voornaamwoord de functie van lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp vervult of na een voorzetsel staat. Jij! meestal op de eerste plaats van de zin: Op jou kunnen we tenminste rekenen! na voorzetseluitdrukkingen en sommige voorzetsels: Wat moeten we volgens jou doen? Altijd de gereduceerde vorm In de volgende gevallen gebruik je altijd de gereduceerde vorm: als je naar niet-personen verwijst (met ze ): Ze liggen op tafel. (over boeken) word lid, zoals blijf lid; Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w). Als je vervangen kan worden door jij, is je het onderwerp. Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Jij / jou (als ik - was) Vraag Wat is juist: Als ik jij was, ging ik snel naar huis of Als ik jou was, ging ik snel naar huis? Antwoord Correct is: Als ik jou was, ging ik snel naar huis. Toelichting In de zin als ik jou was is was koppelwerkwoord; we hebben hier te maken met een naamwoordelijk gezegde.
Er zijn altijd mensen in leven die geinspireerd worden door jou zonder dat je het weet, gewoon
Translation Google's service, offered free of charge, instantly translates words, phrases, and web pages between English and over 100 other languages. groter dan jou / jij | Genootschap Onze Taal Home Taalloket Groter dan jou / jij Wat is juist: 'Ik ben groter dan jij' of 'Ik ben groter dan jou'? 'Ik ben groter dan jij' geldt als de juiste vorm. Deze zin is volgens de taalnorm een verkorting van 'Ik ben groter dan jij bent.' Uitleg
Jou is een persoonlijk voornaamwoord (net zoals ik, jij, hij, zij, wij, jullie, haar, hem) en je gebruikt jou wanneer er geen bezit wordt aangeduid, zoals: De trainer geeft jou de boeken. Zij vraagt aan jou de planning. Hij ontvangt van jou feedback. Jouw. Jouw is een bezittelijk voornaamwoord (net zoals mijn, uw, zijn, haar, onze) en geeft. In onderstaande voorbeelden is het werkwoord 'bent' weggelaten en is 'jij' het juiste woord (niet 'jou'). Ik heb een rustig persoon zoals jij nodig. (zoals jij bent) Ik vraag het wel aan een deskundige zoals jij. Nog meer tweetallen. Hierboven staan nu genoeg voorbeelden om hetzelfde kunstje te kunnen toepassen op: hij / hem;
Er is maar één jij, en dat maakt jou al heel bijzonder. Niemand anders kan zo goed jij zijn als
JE. Je kan de hele problematiek van 'jouw' en 'jou' vermijden door systematisch 'je' te gebruiken. Je resultaat is niet zo schitterend. Hij heeft naar je gevraagd. 'Je' heeft echter weinig klemtoon. Daarom zal je in het gesproken Nederlands vooral de beklemtoonde vorm 'jou (w)' horen. Het wordt dus: Ik ken niemand zoals hij (is). Wij zouden liever iemand als zij (is) aannemen. Iemand als jij (bent) kunnen we voor geen goud missen. Ze vinden zo'n leraar als ik (ben) kennelijk ouderwets. Mensen als wij (zijn) gunnen ze hier geen blik waardig. Iemand als mij. Toch komen zinnen als 'Ze zeiden dat ze iemand als mij zochten' vaak voor. Ze.