Tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid tegenwoordige tijd Downloadbaar lesmateriaal

zij zouden zwijgen : Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) ik zou gezwegen hebben jij zou gezwegen hebben hij zou gezwegen hebben wij zouden gezwegen hebben jullie zouden gezwegen hebben zij zouden gezwegen hebben : Gebiedende wijs : zwijg: Aanvoegende wijs : zwijge: Werkwoorden A tot (en met) Z Leer hoe je het werkwoord zwijgen in alle tijden en vormen kunt vervoegen. Bekijk de tabel met de stam, de uitgangen en de hulpwerkwoorden. Vergelijk ook met de vervoeging van het afgeleid werkwoord verzwijgen.

Werkwoorden vervoegen in de verleden tijd Downloadbaar lesmateriaal KlasCement

onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ik zwijg jij/u (je) zwijgt hij/zij/het zwijgt wij (we) zwijgen jullie zwijgen zij (ze) zwijgen voltooid tegenwoordige tijd (vtt) 'zwijgen' vervoegen - Nederlandse werkwoorden vervoegd in alle tijden met de bab.la werkwoordenvervoeger. bab.la - Online dictionaries, vocabulary, conjugation, grammar.. voltooid verleden tijd (vvt) ik. had gezwegen. jij/u (je) had gezwegen. hij/zij/het. had gezwegen. wij (we) hadden gezwegen. jullie. hadden gezwegen. zij (ze) Nederlands Uitspraak Geluid: zwijgen ( hulp, bestand) Woordafbreking zwij·gen Woordherkomst en -opbouw In de betekenis van 'niet spreken' voor het eerst aangetroffen in het jaar 1236 [1] [2] Werkwoord zwijgen inergatief ervan afzien te spreken Tijdens de kerkdienst moet je zwijgen. Werkwoorden vervoegen zwijgen Tegenwoordige tijd zwijgen Ik zwijg Jij zwijgt zwijg jij? U zwijgt Hij/Zij/Het zwijgt Wij zwijgen Jullie zwijgen Zij zwijgen Verleden tijd van zwijgen Ik zweeg Jij/U zweeg Hij/Zij/Het zweeg Wij zwegen Jullie zwegen Zij zwegen Voltooid deelwoord van zwijgen gezwegen Tegenwoordig deelwoord van zwijgen zwijgend

Werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige en verleden tijd Wandplaten Downloadbaar

Wat is de verleden tijd van zwijgen? De verleden tijd van zwijgen is 'zweeg'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gezwegen'. Wat betekent zwijgen? 'niet praten' Hoe spel je zwijgen? zwijgen spel je Z W I J G E N Wat is een ander woord voor zwijgen? Andere woorden voor zwijgen zijn mondhouden, stilte, stilzwijgen en z'n mond houden. Enkelvoud ik jij je u zij ze hij zweeg Meervoud wij we zij ze jullie zwegen Voltooid deelwoord hebben zijn gezwegen 🔗 Bekijk hier de volledige informatie van het werkwoord zwijgen » Alle geldige verleden tijd vervoegingen van het werkwoord zwijgen. Verleden tijd van zwijgen. Ik zweeg Jij/U zweeg Hij/Zij/Het zweeg Wij zwegen Jullie zwegen Zij zwegen . Voltooid deelwoord van zwijgen. gezwegen .. Zo heb je de tegenwoordige tijd, de verleden tijd en verschillende vormen overzichtelijk in beeld. Dit alles volgens de officiële Nederlandse spelling. Alle woorden. ENCYCLOPEDIE SINDS 1946 Verleden tijd van het werkwoord zwijgen. infinitivus - infinitief infinitive. zwijgen: imperfectum - verleden tijd past tense. ik jij, je u hij zij, ze het men: zweeg; zij, ze wij, we jullie:

NEDERLANDS UITLEG WERKWOORDEN VERLEDEN TIJD YouTube

presens - tegenwoordige tijdpresent tense ik zwijg zwijg jij/je? jij, je zwijgt u zwijgt hij zij, ze het men zwijgt zij, ze wij, we jullie zwijgen imperfectum - verleden tijdpast tense ik jij, je u hij zij, ze het men zweeg zij, ze wij, we jullie zwegen participium - voltooid deelwoordpast participle gezwegen zij (ze) zullen zwijgen zij (ze) zullen gezwegen hebben Voorwaardelijke wijs onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) ik zou zwijgen ik zou gezwegen hebben jij/u (je) zou zwijgen jij/u (je) zou gezwegen hebben hij/zij/het zou zwijgen hij/zij/het zou gezwegen hebben Werkwoordstijden die iets over het verleden zeggen: voltooide versus onvoltooide tijden (algemeen) Vormen Top De werkwoordsvormen die bij de onvoltooid tegenwoordige tijd en de onvoltooid verleden tijd horen, zijn vaak te herkennen aan de uitgangen die achter de stam (het hele werkwoord zonder -en) worden geplaatst. zij zouden zwijgen : Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) ik zou gezwegen hebben jij zou gezwegen hebben hij zou gezwegen hebben wij zouden gezwegen hebben jullie zouden gezwegen hebben zij zouden gezwegen hebben : Gebiedende wijs : zwijg: Voorbeelden. Doet er niet toe. Zwijg en pak aan.

Tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid tegenwoordige tijd Downloadbaar lesmateriaal

onvoltooid verleden tijd neerlandais zweeg voltooid deelwoord neerlandais gezwegen Conjugaison du verbe « zwijgen » Aantonende wijs onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ik zwijg jij/u (je) zwijgt hij/zij/het zwijgt wij (we) zwijgen jullie zwijgen zij (ze) zwijgen voltooid tegenwoordige tijd (vtt) ik heb gezwegen jij/u (je) hebt gezwegen hij/zij/het We zwijgen. Jullie zwijgen. Ze zwijgen. Passé composé/Voltooid Tegenwoordige tijd (VTT) Ik heb gezwegen. Je/U hebt gezwegen.. Conditionnel présent/Onvoltooid Verleden Toekomende Tijd (OVTT) Ik zou zwijgen. Je/U zou zwijgen. Hij/Ze/Het zou zwijgen. We zouden zwijgen. Jullie zouden zwijgen.