Verwijswoorden - oefening 1. Klik het juiste verwijswoord aan. Oefeningen verwijswoorden. Weet jij het verschil tussen wat, dat, deze, die, hun, hen, etc.? Er zijn twee oefeningen beschikbaar. Heb je weleens van verwijswoorden gehoord? Vast wel bij de lessen begrijpend lezen. Maar weet je ook wat verwijswoorden zijn en hoe je ze gebruikt? In dit artikel met video leggen we je alles uit. Onderaan het artikel vind je gratis oefeningen met verwijswoorden.
Oefenen met werkwoorden, Peter van Schijndel Boek 9789048744671
Doe de oefening! Met verwijswoorden verwijs je naar een woord of woordgroep. Verwijs je naar een concreet het-woord, dan gebruik je dat; bij concrete de-woorden gebruik je die. Zo zijn er meer regels die handig zijn om te kennen. Tips voor een goed gebruik van verwijswoorden. Gepubliceerd door Taalwinkel 2 augustus 2023. Formuleren: Ontspoorde zinnen, Onjuiste herhaling, Onoverzichtelijke zinnen, Pleonasme, Slordige verwijswoorden, Symmetrie, Tautologie, Dubbele ontkenning.. De verwijswoorden waar we vandaag mee gaan oefenen zijn: Die, dat, haar, zijn en waarmee en met wie. Zo werkt deze Wikiwijs: Eerst bekijk je de video over verwijswoorden in het kopje 'inhoud'. Je maakt daarna de startoefening zodat je weet naar welk woord je verwijst. Vervolgens maak je de oefeningen over Wil je jouw leerlingen op een leuke manier laten oefenen met de verwijswoorden wat, die en dat? Ga dan aan de slag met dit Zweeds loopspel. In deze download vind je: 📌 15 zinnen waarin een verwijswoord ontbreekt. 📌 een leeg antwoordenvel. 📌 een ingevuld antwoordenvel. Bij elke zin krijgen jouw leerlingen ook een letter.
Werkwoorden Oefenen
Het onderdeel verwijswoorden is goed te leren. Bekijk op deze pagina een uitlegvideo en lees de theorie. Je kunt ook twee opdrachten maken. Een verwijswoord verwijst naar mensen, dieren of dingen die al genoemd zijn of vlak na het verwijswoord genoemd woorden. 'Hij', 'zij', 'deze' en 'die' zijn voorbeelden van verwijswoorden. Dit ondersteunend materiaal geeft je uitleg over verwijswoorden en geeft voorbeelden. Oefenen: het juiste verwijswoord. Tips. Bij de Taaladviesdienst van Onze Taal vind je heldere uitleg bij diverse grammaticakwesties, zoals de volgende. Op Cambiumned vind je eveneens heldere uitleg, maar ook oefeningen bij diverse grammaticakwesties. Gebruik je kennis van de grammatica om eventuele fouten in je tekst op te sporen. Verwijswoorden zoeken in een zin of tekst? Nisa gaat je hiermee helpen. Andere verwijswoorden zijn: Aanwijzende voornaamwoorden: die, dat, deze, dit. Betrekkelijke voornaamwoorden: die, dat . Klik hier voor meer uitleg over verwijswoorden. Wanneer gebruik je de voornaamwoorden deze, die, dit of dat? Vaak worden deze, die en dat, dit door elkaar.
Taalcoaching Goethe Verlag 2 Grammatica oefeningen
feiten over jezelf, mensen om je heen, dieren en mensen ver weg. ? tips om zelf vies te doen. ? in China maken ze ruzie om een drol. ? mensen ver weg zijn dol op poep. Bekijk de leestip Oma ontsnapt. Wat zijn verwijswoorden? Oefening 1 Oefening 2 Oefening 3 Oefening 4 Oefening 5 Oefening 6 Download….
Uitleg. Achtergrond. Oefenen. Schematisch. Welk verwijswoord juist is, hangt af van het woordgeslacht van het woord waarnaar je verwijst. Er zijn drie woordgeslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Hoe weet je welk woordgeslacht een zelfstandig naamwoord heeft? Onzijdige woorden zijn te herkennen aan het lidwoord het. Chadd Academy. Start nu vanaf €28,95 p/m. Verwijswoorden, het is niet altijd even makkelijk! Wanneer gebruik je welk verwijswoord? Dat legt Mr. Chadd je hier uit! Verwijswoorden zijn woorden die wijzen naar een ander woord. Dit kunnen woorden zijn die al een keer genoemd zijn, maar ook woorden die later pas genoemd worden.
Groep 4, spelling. De t oefenen Groep 4 Pinterest Taal, Lezen en Werkbladen
Begrijpend lezen: verwijswoorden. 1 / 5. Lees de tekst: "Mag Els mee?" Naar wie verwijst het dikgedrukte woord in regel 2? ? Els' ouders. ? de moeder van Els. ? Verwijswoorden en signaalwoorden - Interactieve oefening - KlasCement. Bron. Je oefent rond verwijswoorden en signaalwoorden. Je lost o.a. volgende oefeningen op: het woord noteren naar waar een verwijswoord verwijst; zinnen aanvullen met passende verwijswoorden; signaalwoorden in de juiste categorie slepen;